Het reclamerecht

Een krachtig middel voor leveranciers in tijden van crisis.

In tijden van crises worden ondernemers zwaar getroffen. Zeker wanneer daarbij lichtere of zwaardere vormen van een lockdown aan de orde zijn. Bij veel leveranciers bestaat de angst dat hun afnemers niet meer kunnen betalen. Wat kan een leverancier doen om zijn rechten te beschermen?

Het bedingen van een eigendomsvoorbehoud ingeval van leverancierskrediet is bij velen bekend. Bij het uitlenen van gelden wordt al snel gedacht aan vormen van zekerheid als het pand- en hypotheekrecht of het bedingen van borgtocht en hoofdelijke aansprakelijkheid. Maar in tijden van crises ontbreekt vaak de mogelijkheid om nieuwe afspraken te maken. Je moet als ondernemer vaak handelen vanuit een reeds voor de crisis bestaande overeenkomst. Voor ondernemers die goederen leveren is er nog een (ijzersterk) middel, dat wel eens over het hoofd wordt gezien en dat is het recht van reclame. 

Het komt in de praktijk vaak voor dat een leverancier niet beschikt over een (rechtsgeldig) eigendomsvoorbehoud en dan staat de leverancier vaak met lege handen. Maar het recht van reclame hoeft door de leverancier vooraf niet te zijn bedongen. Daarover beschikt hij vanzelf mits aan de volgende voorwaarden is voldaan.  

Voorwaarden van het recht van reclame 

Het recht van reclame is het recht van de verkoper om een roerende zaak van de koper terug te vorderen als de koopprijs niet is betaald. Belangrijk om te vermelden, is dat dit recht op registergoederen, zoals onroerend goederen, niet van toepassing is. Het ziet dus met name op handelsgoederen. 
De voorwaarden om een beroep te kunnen doen op het recht van reclame zijn: 

  1. de koopprijs is niet betaald en aan de overige voorwaarden voor ontbinding van de overeenkomst is voldaan;
  2. het afgeleverde goed bevindt zich nog in dezelfde staat als waarin het werd afgeleverd;
  3. de verkoper moet het recht binnen een in de wet vastgestelde termijn inroepen. De verkoper kan het recht van reclame niet meer inroepen indien zowel zes weken zijn verstreken nadat de vordering tot betaling van de koopprijs opeisbaar is geworden, als zestig dagen zijn verstreken te rekenen vanaf de dag waarop de zaak onder de koper is opgeslagen. 

Bij deze laatste voorwaarde is het goed om in de gaten te houden dat de koopprijs gebruikelijk direct na de koop opeisbaar is. Echter, uit de overeenkomst kan anders voortvloeien. Dus controleer dit altijd goed alvorens het recht in te roepen. 

Wat als de koper failliet gaat?

Het recht van reclame kan ook in het faillissement van de koper worden ingeroepen en wel tegenover de curator. 

In faillissementen komt het voor dat de curator een zogenaamde afkoelingsperiode door de rechter laat uitspreken. Gedurende de afkoelingsperiode mogen derden goederen, die hun eigendom zijn en die zich bij de failliet bevinden, niet ophalen. Tijdens deze termijn (van doorgaans twee tot maximaal vier maanden) loopt de periode waarin het recht kan worden uitgeoefend gewoon door. Voor de verkoper is het derhalve belangrijk dat hij het recht van reclame zo spoedig mogelijk uitoefent door een schriftelijke verklaring tot ontbinding van de koop aan de curator te sturen en daarbij te vermelden dat de goederen worden opgeëist. Dat kan gewoon in de vorm van een (liefst aangetekende) brief of e-mail (met ontvangstbevestiging).

De enige mogelijkheid voor de curator om aan de terugvordering van de zaak dan geen gevolg meer te geven is als hij binnen de door de verkoper gestelde redelijke termijn de koopprijs betaalt of er voor betaling zekerheid gesteld wordt. 

Het recht van reclame vormt dan ook een baken voor leveranciers in onzekere tijden. Heeft u vragen of wenst u ondersteuning bij het inroepen van dit recht tegenover uw contractspartij of de curator? Neemt u dan gerust met ons contact op!