Verwijtbaar handelen na de aanzegging

Het gedrag van een werkgever in de periode tussen de aanzegging en het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan leiden tot ernstige verwijtbaarheid. 

Onlangs heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vraag of gedragingen van een werkgever na de aanzegging, dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zal worden voortgezet, kunnen leiden tot ernstig verwijtbaar handelen en daarmee tot betaling van een billijke vergoeding aan de werknemer. 

De kwestie waar de Hoge Raad zich over moest buigen, betrof een werknemer die als salary partner in dienst was. In plaats van de beoogde doorgroei tot volwaardig equity partner werd de werknemer aangezegd dat zijn arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd. Daarmee zou zijn arbeidsovereenkomst per 1 juni 2016 eindigen. Deze aanzegging kwam als een donderslag bij heldere hemel voor de werknemer en hij eiste een uitleg van zijn werkgever. In een daaropvolgend gesprek kreeg de werknemer te horen dat hij direct werd vrijgesteld van werk. Dit zou er echter toe leiden dat de werknemer zijn bonus niet meer zou kunnen behalen. De werknemer stelde dan ook dat hij graag tot de einddatum wilde blijven doorwerken, om zo zijn bonus veilig te kunnen stellen. Hierop ontving hij een brief van zijn werkgever met de mededeling dat hij op non-actief werd gesteld, waartegen de werknemer bezwaar maakte. In deze procedure verzocht de werknemer toekenning van een billijke vergoeding omdat de werkgever ernstig verwijtbaar zou hebben gehandeld. 

Zowel de kantonrechter als het gerechtshof oordeelden dat geen sprake was van ernstig verwijtbaar gedrag. De Hoge Raad oordeelt evenwel dat ook de gedragingen vanaf de aanzegging relevant kunnen zijn voor de beoordeling of sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Dat mocht de werknemer in dit geval niet baten. Ook na de aanzegging hadden zich hier geen feiten en omstandigheden voorgedaan die konden leiden tot een billijke vergoeding.

Kortom, een werkgever doet er verstandig aan om ook na de aanzegging tot beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zich als goed werkgever te blijven gedragen.