Verschuiving van aansprakelijkheid binnen de aannemerij

Wanneer kan de uitvoerende partij verantwoordelijk worden gehouden voor fouten in het bestek?

De traditionele contractvorm bij aanneming van werk kent een strikte scheiding tussen enerzijds het ontwerp (een bestek afkomstig van de opdrachtgever en opgesteld door een architect) en anderzijds de uitvoering (door aannemers). Uitvoerende partijen zijn dan niet aansprakelijk voor fouten in het ontwerp. 

De opdrachtgever kan ervoor kiezen om de uitvoerende partijen al bij de voorbereidings- en ontwerpfase te betrekken om hen de (functionele) bestekken - waarop wordt geoffreerd/aanbesteed - te laten controleren en optimaliseren. Zij kunnen erop worden gewezen dat zij dienen bij te dragen aan een uitvoeringsgereed bestek en in zoverre ontwerpverantwoordelijkheid dragen voor hun inbreng.

In een recente uitspraak was door partijen vastgelegd is dat de installateur binnen het ontwerpteam zou participeren als adviseur (conform de DNR 2005) in het ''uitvoeringsgereed maken'' van het bestek tijdens de voorbereidingsfase. Dit hield in dat de installateur de taak had om alle bestekken en bijlagen te beoordelen op uniformiteit, eenduidigheid, compleetheid, uitvoerbaarheid en eventuele discrepanties en waar nodig gedetailleerde opmerkingen aan te dragen. Het doel was om te komen tot een uitvoerbaar ontwerp, om eventuele klachten daarover van aannemers en meerwerkclaims te voorkomen. 

Daarmee was dus als uitgangspunt gekozen voor een contractvorm waarbij de installateur een resultaatverplichting op zich nam ten aanzien van het uitvoeringsgereed bestek. Risico’s voor fouten in het ontwerp of het bestek konden daardoor in beginsel niet meer bij de opdrachtgever worden gelegd, maar lagen expliciet bij de installateur. Hij was dus aansprakelijk voor de fouten in het ontwerp.