Horen belanghebbende voortaan verplicht bij invordering

Voordat een bestuursorgaan overgaat tot invordering, moet de belanghebbende worden gehoord.

Hoe zat het voorheen?

Volgens artikel 4:12 Awb hoeft het bestuursorgaan de belanghebbende niet te horen voorafgaand aan het vaststellen van een financiële verplichting. Daaronder werd in de literatuur en rechtspraak ook een invorderingsbeschikking verstaan, bijvoorbeeld ten aanzien van dwangsommen of de kosten van bestuursdwang.

De Afdeling gaat om

Afgelopen week heeft de hoogste bestuursrechter, de Afdeling Bestuursrechtspraak, echter geoordeeld dat vanaf nu het bestuursorgaan de belanghebbende moet horen voordat tot dwangsominvordering wordt overgegaan. De reden voor deze omslag is gelegen in het feit dat de Afdeling zich realiseert dat het niet horen van de belanghebbende mogelijk strijdig is met het Europees recht, in het bijzonder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). 

En nu?

Hoewel de uitspraak van de Afdeling ging over dwangsominvordering, lijkt het mij zeer aannemelijk dat kostenverhaalsbeschikkingen (bijvoorbeeld bij bestuursdwang) hier ook onder vallen. Ook is niet uitgesloten dat in de toekomst geoordeeld wordt dat bijvoorbeeld het terugvorderen van subsidies hieronder valt. 

Het is dan ook aan te raden voor bestuursorganen om direct het horen van de belanghebbende in de procedure rondom financiële beschikkingen op te nemen. Dit om te voorkomen dat besluiten vernietigd worden vanwege strijd met de hoorplicht van artikel 4:8 Awb. De toekomst zal uitwijzen hoe ver deze uitspraak van de Afdeling reikt, maar voor nu geldt: neem het zekere voor het onzekere!